De aandelenmarkt wordt vaak gezien als een barometer van de economische gezondheid. Krantenkoppen verkondigen nieuwe recordhoogtes, beursintroducties die de pan uit rijzen en bloeiende markten die zogenaamd voorspoed voor iedereen voorspellen. Al bijna 40 jaar zit de Amerikaanse aandelenmarkt meestal in de lift en het verhaal gaat vaak dat als de markt groeit, de economie ook groeit. Het verband tussen een stijgende aandelenmarkt en echte economische welvaart is echter niet zo duidelijk als het lijkt.
Als we verder kijken dan de tickersymbolen, dan zien we dat de echte economie, vertegenwoordigd door alle goederen en diensten die worden gekocht en verkocht, niet zo snel groeit als vroeger. De lonen stagneren al tientallen jaren en de nettowaarde van het gemiddelde Amerikaanse gezin is nog steeds niet volledig hersteld van de Grote Recessie. Dus wat meet de aandelenmarkt eigenlijk?
De aandelenmarkt volgt in wezen de verwachtingen van mensen over de toekomstige waarde van bedrijven. Beleggers kopen en verkopen aandelen – kleine stukjes eigendom in bedrijven – op basis van wat zij denken dat die aandelen later waard zullen zijn. Deze handel gebeurt constant, duizenden keren per seconde, op wereldwijde beurzen zoals de New York Stock Exchange en de NASDAQ. De laatste is de thuisbasis van techgiganten zoals Apple en Facebook, terwijl de eerste traditionele grote spelers zoals IBM omvat.
Algehele gezondheid van de aandelenmarkt
Om de algemene gezondheid van de markt te meten, worden in indexen zoals de S&P 500 en de Dow Jones Industrial Average de aandelenkoersen van toonaangevende bedrijven samengevoegd tot één getal. Toch zijn deze indexen geen echte afspiegeling van de economie in het algemeen, maar eerder een afspiegeling van het sentiment en vertrouwen van beleggers. Het is vaak een verhaal dat de aandelenmarkt drijft – soms feitelijk, andere keren puur een hype.
Historisch gezien hebben overheidsbedrijven aanzienlijk bijgedragen aan de opbouw van de Amerikaanse middenklasse door het creëren van zekere, goedbetaalde banen en innovatieve producten. De aandelenmarkt is echter geëvolueerd en winstmaximalisatie voor aandeelhouders heeft de overhand gekregen, grotendeels beïnvloed door het idee van econoom Milton Friedman dat de primaire verantwoordelijkheid van een bedrijf bij de aandeelhouders ligt.
Vandaag de dag geven bedrijven vaak de voorkeur aan winst op korte termijn om de aandelenkoersen hoog te houden, zelfs als dat ten koste gaat van de groei op lange termijn. Aandeleninkoop en kostenbesparende maatregelen stimuleren de aandelenkoersen, maar doen weinig voor de lonen van werknemers of de economische groei. Het resultaat? De beloning van CEO’s is gestegen, de inkomensongelijkheid is groter geworden en minder Amerikanen investeren in de aandelenmarkt.
Beurs cruciaal mechanisme
Ondanks zijn gebreken blijft de aandelenmarkt een cruciaal mechanisme om te bepalen welke bedrijven succesvol zijn en welke ideeën gedijen. Hoewel het meer de eb en vloed van het beleggerssentiment weerspiegelt dan de werkelijke staat van de economie, hebben aandeelhouders de macht om de manier waarop bedrijven werken te beïnvloeden. Met een langetermijnperspectief kunnen bedrijven zich richten op duurzame groei, ethische praktijken en echte economische bijdragen, waarbij winstbejag op één lijn wordt gebracht met maatschappelijk welzijn.
Uiteindelijk, als we de beperkingen van de aandelenmarkt als economische indicator erkennen, kunnen we toewerken naar een economie die meer dient dan alleen aandeelhouders en die welvaart voor een bredere bevolking bevordert.
Als dit artikel je bevalt en je interesse uitgaat naar beleggen, BEZOEK dan AUB ONZE WEBSITE